top of page

Ik dacht altijd: de oorlog is ver van huis. Maar ach, wat wist ik toen van oorlog. Ja, ik wist dat mijn vader in 1969 gevlucht was uit H. en bovenmatig bang was, en altijd is gebleven, voor kommunisták. En ik wist dat in 1956, tijdens een burgeropstand, verraders van het ooit zo machtige rijk werden opgehangen in het centrum van de hoofdstad. Niet, zoals gebruikelijk, aan de hals waardoor de luchtpijp in rap tempo wordt afgeknepen, maar aan de enkels en met de armen hangend richting aarde, doodgemarteld voordat ze de lucht in werden getakeld. Mijn vader was 11 toen hij stiekem de vluchtkelder had verlaten en geconfronteerd werd met de zwevende lichamen. "Als ik oud genoeg was geweest, had ik een pistool gepakt en meegevochten", hoorde ik hem eens morren tijdens een ontbijt, waarna hij zich de rest van de dag in stilzwijgen hulde. Een aantal maanden later nam ik de trein naar A. Daar vernam ik van een tourguide hoe Joden werden verplicht een ansichtkaart naar huis te sturen voordat ze de gaskamer in werden geduwd. "Het gaat goed met mij" en "Ik kom snel weer naar huis!" stond erop geschreven. Na dat bezoek heb ik lange tijd gedacht dat de Holocaust begrijpen gelijk zou staan aan de oorlog in algemene zin begrijpen. Ik moest van mijzelf de oorlog verstaan en dat was niet zonder reden: net als mijn vader was ik bang geworden; bang voor de oorlog; bang voor het plotselinge, allesoverheersende gevaar. Zolang ik ervoor kon zorgen dat ik geestelijk dicht in de buurt van de oorlog bleef, dan zou ik hem in ieder geval kunnen zien aankomen. Helaas leidt zelfs een ultieme intellectuele inspanning niet naar de gouden eeuw van zekerheid. "Niets is zo naïef dan geloven dat we een geweldige toekomst tegemoet zullen gaan", schreef Stefan Zweig vlak nadat WOI tot een einde was gekomen. Uiteindelijk kreeg hij gelijk, al heeft hij die nooit kunnen aanvaarden. Zweig koos ervoor om in vrede te sterven. Misschien was zijn redenatie wel omgekeerd evenredig aan die van mij: zolang hij maar zo ver mogelijk van de oorlog vandaan bleef, dan zou hij hem nooit hoeven zien aan te komen. Maar ach, wat weet ik nu van oorlog.

Oorlog

bottom of page